Om Kees Nieuwenhuijsen kun je niet heen als het over de middeleeuwse geschiedenis van Vlaardingen gaat. Kees trekt de kar van het middeleeuwse kampement dat op 9 en 10 juni in de Broekpolder verrijst. Onlangs publiceerde hij het boek Strijd om West-Frisia waarin ook de Slag bij Vlaardingen aan bod komt. Ik zocht Kees thuis in Rotterdam op en we spraken over de voorbereidingen en over zijn passie voor levende geschiedenis.
Interview in voorjaar 2017 door Freek van Puffelen, student geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en stagiair van april tot juli 2017 bij de gemeente Vlaardingen voor het project Vlaardingen 1018.
In 2018 staat in de schijnwerpers dat de manschappen van Dirk III in juli 1018 tegen alle verwachtingen in het Duitse keizerlijke leger versloegen bij de nederzetting Flardinga, zoals Vlaardingen toen heette. Een historische gebeurtenis die een periode inluidde waarin het graafschap Holland tot bloei kwam. Wat mij intrigeert, is de interesse van Kees voor middeleeuws Vlaardingen. De geschiedenis heeft Kees altijd al gegrepen, zo blijkt: “Als klein jongetje vond ik ridders en kastelen reuze spannend, en die interesse is eigenlijk nooit meer weggegaan. Begin jaren negentig kwam ik in aanraking met levende geschiedenis, ook wel bekend als re-enactment. In de vereniging waarbij ik mij aansloot, gold de regel dat je een middeleeuws, fictief personage moest vormen. Dat was een handvat om je te verdiepen in het verleden. Ik ben er geboren en opgegroeid, dus lag Vlaardingen voor de hand. Tijdens de vorming van mijn personage stuitte ik op de Slag bij Vlaardingen, een minder bekende, onderbelichte, maar zeer meeslepende en invloedrijke periode. Het personage heb ik in de loop der jaren laten varen, maar de interesse voor middeleeuws Vlaardingen is altijd gebleven. Nu ben ik waarschijnlijk één van de grootste specialisten ter wereld.”
De re-enactment rondom de Slag bij Vlaardingen is een enorm project. Gelukkig heeft Kees al ruim twintig jaar ervaring in het organiseren van kleine en grote evenementen. “Zo nam ik in 2008 deel aan de organisatie van de Slag in het Oranjepark. Hieraan deden 250 re-enactors mee. Een mooi spektakel, maar het aankomende project dat we organiseren als Stichting Vlaardingen1018 gaat wel twee keer zo groot worden, mijn grootste evenement tot nu toe.”
Het middeleeuwse kampement komt in de Broekpolder. Kees heeft zijn voorkeur. “De precieze plek die ik op het oog heb ligt vlak bij het Vlaardingencultuurhuis. Er is een groot grasveld, ideaal om de slag na te spelen. De aangrenzende dijk vormt een natuurlijke tribune voor het publiek. Verder is er nog genoeg ruimte voor het kampement waar de bezoekers zich kunnen onderdompelen in het middeleeuwse leven van toen.”
Authenticiteit staat bij het aankomende evenement hoog in het vaandel. “We willen een zo authentiek mogelijk beeld neerzetten van het verleden. De meeste re-enactors hebben een sterk ontwikkeld historisch bewustzijn. Voor de activiteiten in 2018 hanteren we dan ook een authenticiteitsgids, al hanteren we bij alle strengheid ook een bepaalde soepelheid. Het lastige aan authenticiteit is namelijk dat we geen voorbeelden uit Vlaardingen zelf hebben. We weten dus niet precies hoe Vlaardingen er in 1018 uit zag. Gelukkig waren de mensen in de middeleeuwen nog niet zo modegevoelig.’’ Zegt Kees met een lach. “We kunnen dus wel objecten uit eerdere en latere perioden gebruiken, grofweg van 900 tot 1100. Van de oude Vikingtijd tot de Slag bij Hastings in 1066 in Engeland, een van de grootste en ook wel mooiste slagen van Europa die tegenwoordig nog nagespeeld worden. Veel re-enactors die daaraan mee doen, zijn ook in Vlaardingen.”
Wanneer je over de Parallelweg in Vlaardingen rijdt, kun je Kees afgebeeld op een bouwdoek zien. Hij vertelt mij dat hij is verkleed als een typisch 11e -eeuwse strijder. Ik vraag hem waarin het middeleeuwse aspect is te herkennen. Kees wijst me op de helm en het zwaard. “De spangenhelm bestaat uit metalen stroken, oftewel spangen, die de metalen of bronzen platen bij elkaar houden. Verder draag ik een maliënkolder, ter bescherming tegen snijwonden. En een gambeson, dat is een gewatteerd vest om de harde klappen op te vangen. Mijn benen zijn ingewikkeld met beenwindsel.” Het 11e -eeuwse zwaard dat Kees hanteert heeft een kegelvormige pommel. “Zo heet het onderste deel van het handvest dat ervoor moet zorgen dat je tijdens het gevecht in evenwicht blijft. De rechte pareerstang dient ervoor om slagen van de tegenstander tegen te houden. Verderop in de middeleeuwen worden de uiteindes van zwaarden steeds ronder en de pareerstangen steeds langer.” Levende geschiedenis lijkt mij geen goedkope hobby. Kees beaamt dit, maar benadrukt dat de prijzen 1000 jaar geleden helemaal hoog waren: “Vooral de maliënkolder en het zwaard zijn duur. Omgerekend misschien wel de prijs van een luxe auto. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de gewone dienstplichtige boer meestal alleen een bijl had. Strijdlust is dus ook een belangrijk onderdeel van je uitrusting!”
De Slag bij Vlaardingen trekt dus niet alleen Nederlanders aan. Kees legt uit dat dit mede komt doordat alleen in Nederland niet genoeg re-enactors zijn die zich toespitsen op de middeleeuwen. “Er zullen deelnemers zijn uit verschillende Europese landen zoals België, Duitsland, Engeland, en hoogstwaarschijnlijk zelfs een paar Italianen. Aangezien ik al wat jaren meeloop ken ik vrij veel mensen in het wereldje. Leuke lui die graag de handen uit de mouwen steken. Zeker wanneer je als evenement uitstraalt dat je een hoge authenticiteitsnorm wilt hanteren.”
Inmiddels ben ik benieuwd naar het programma. Kees legt zijn ideeën uit: “Het weekend van 9 en 10 juni begint langzaam vorm te krijgen. Een paar maanden van tevoren publiceren we het definitieve programma. Het belangrijkste onderdeel is natuurlijk de Slag. Die wordt op beide dagen tweemaal opgevoerd en wordt vormgegeven in samenwerking met Stichting FOEKS, een gezelschap dat zich heeft toegelegd op verhalende geschiedenis. Verder komt er een veldslag voor kinderen tot 9 jaar. Er is een boogschietbaan, middeleeuwse muziek en bezoekers kunnen een reis in de tijd maken met een bezoek aan het kampement. Hier kunnen ze dankzij de re-enactors ervaren hoe er toen werd gekookt of kleren werden gemaakt. Ik weet uit ervaring dat het fysieke contact met het verleden veel indruk maakt op bezoekers. De meeste re-enactors vertellen met alle liefde over hun passie. Oh ja, aan souvenirs is natuurlijk ook gedacht!”
Het is tijd voor een laatste vraag: doet hij zelf ook mee aan de veldslag? “Ik ben gedurende het weekend druk bezig met de organisatie, maar de veldslag wil ik voor geen goud missen”, antwoordt hij. En dat geldt ook voor mij!
Deel deze pagina op